Vacuümgieten maakt het produceren van kleine series mogelijk.
Om te kunnen vacuümgieten is een moedermodel nodig, deze wordt meestal door middel van stereolithografie gemaakt (A). Het moedermodel wordt in een bakje gehangen, waarna deze wordt gevuld met siliconen (B). Na uitharding van de siliconen wordt de mal doormidden gesneden (C) en kan het moedermodel verwijderd worden (D).
De maldelen worden op elkaar bevestigd en gevuld met het gewenste materiaal (E). Hierna moet het model in de mal uitharden (F), dit kan tot 24 uur duren. Als het model uitgehard is wordt de mal weer geopend (G) en kan het model gebruikt worden.
Materialen die voor het vacuümgieten gebruikt worden zijn meestal poly-urethanen. Er is een grote keus in poly-urethanen, elk met eigenschappen die overeenkomen met verschillende kunststoffen en rubbers. De meeste poly-urethanen kunnen voor het gieten ingekleurd worden.
Het aantal afgietsels dat per mal gemaakt kan worden is afhankelijk van de geometrie van het model en kan variëren van 10 tot 50 stuks.